Antilekband: lekbescherming die de kans op lekrijden sterk vermindert. Een antilekband heeft over het algemeen een wat hogere rolweerstand.
Vouwband: vouwbare band die geen stalen draadkern heeft, dit maakt de band erg licht.
Draadband: duurzame band met een stalen draadkern, die relatief zwaarder is dan een vouwband. Is voorgevormd en daarom makkelijk op de velg te plaatsen.
Tubeless: buitenband zonder binnenband. Hiervoor heb je geschikte velgen nodig. Tubeless banden bieden voordelen qua snelheid, comfort, grip en lekbestendigheid. Ze zijn relatief duurder.
Tubeless Ready/Easy: banden die zowel tubeless als met binnenband gebruikt kunnen worden. Je maakt de band tubeless d.m.v. vloeibare lekbescherming.
Tubular/tubes: banden die op de velg worden gelijmd. Voor deze banden heb je speciale velgen nodig. Vooral geschikt voor wedstrijdrijders.

Hydraulische schijfrem: direct en gedoseerd remmen met veel remkracht en weinig onderhoud. De remmen stellen zichzelf af en verliezen geen remkracht tijdens natte omstandigheden. Regelmatig de remblokken controleren en zo nodig vervangen.
Hydraulische velgrem: robuuste velgremmen die stevig en direct remmen. De remmen zijn duurzaam, maar remmen minder goed bij natte omstandigheden.
Rollerbrake: trommelremmen die afremmen via de naaf van het wiel. Rollerbrakes vragen weinig onderhoud.
V-Brakes: remmen d.m.v. twee remblokjes op de velg. Vragen onderhoud en remmen minder goed bij slecht weer.
Terugtraprem: remmen die je vooral vindt op kinderfietsen en stadsfietsen. Betrouwbaar en direct remsysteem. Is echter niet geschikt voor heuvelachtig terrein.

Hoe meer versnellingen hoe meer keuze. Een fiets met minder versnellingen is eenvoudiger (met één hand) te bedienen. Als je voornamelijk op vlak terrein fietst heb je aan een beperkt aantal versnellingen genoeg.